Met z’n allen voor Jenson

Nieuws
Jenson op weg naar school

Elk schooljaar stromen er gemiddeld 10 kinderen van de Samen naar School klassen door naar de reguliere basisschool. Zo ook Jenson, die geblokkeerd werd door angst, maar zich dankzij individueel maatwerk in een kleinschalige setting heeft kunnen ontwikkelen tot leerling van groep 3. En na de zomer gaat hij naar groep 4.

Over de weg hiernaartoe spraken we met Emy Smolders, moeder van Jenson, Silvia Vogels, begeleider bij Stichting TIM en Ellen van Engelen, leerkracht van groep 3/4 bij Jenaplanschool De Kring. Hun boodschap is helder: Jenson ontwikkelde zich dankzij de intensieve samenwerking tussen partijen die het beste voor hem wilden.

Veiligheid

De eerste jaren van het leven van Jenson zijn niet gemakkelijk. Hij wordt te vroeg geboren, slaapt slechts 2 uurtjes per dag, huilt veel, is vaak ziek en zit duidelijk niet lekker in zijn vel. Op de peuterspeelzaal is hij in zichzelf gekeerd en al snel blijkt dat hij daar niet op zijn plaats is. Wat is er met Jenson aan de hand? “Hij zat als het ware in een ‘freeze’ stand waardoor hij zich niet kon ontwikkelen”, vertelt moeder Emy. “Een diagnose bleek niet gemakkelijk te stellen. Bij Kentalis hebben we laten onderzoeken of hij een Taalontwikkelingsstoornis (TOS) had. Gedurende de 9 maanden van het onderzoek, bleek dat hij zich alleen veilig voelde als hij individueel werd begeleid. Het bieden van veiligheid was een voorwaarde om tot leren te komen. Dankzij de 1 op 1 begeleiding begon hij zich te ontwikkelen en leerde hij in relatief korte tijd praten. Toen hij 3 ½ jaar oud was, was hij klaar bij Kentalis en moesten wij kiezen voor een vervolg. Naar regulier onderwijs was geen optie volgens de deskundigen. Maar wat dan wel? Elk groepje, waar dan ook, zou een onveilige situatie voor Jenson zijn”.

De zoektocht naar passend onderwijs begint bij het samenwerkingsverband. Speciaal onderwijs is het advies. Jensons ouders bezoeken verschillende scholen, maar overal wordt klassikaal onderwijs gegeven. Daarnaast zijn er geen mogelijkheden om tussen de middag even te slapen, wat nodig is vanwege zijn gezondheid. De ouders zitten op dood spoor als ze getipt worden op een uitzending van Omroep Brabant over een kleinschalige organisatie die kinderen gespecialiseerde 1 op 1 begeleiding biedt. Zo komen zij in contact met de Samen naar School klas van Stichting TIM in Schijndel waar hij na enige tijd kan starten.

Stichting TIM is gevestigd in Educatief Basiscentrum Icarus, waar ook twee reguliere basisscholen gevestigd zijn. In de ruime lokalen in de aparte vleugel van het gebouw wordt voor Jenson een rustige omgeving gecreëerd. “Jenson was 3 jaar toen hij bij ons kwam,” vertelt begeleider Silvia, “Hij was heel bang en communiceerde nauwelijks. Hij kroop weg achter zijn moeder of onder de tafel in het lokaal. De zoektocht naar wat er met hem was, was pittig. Was het autisme, een angststoornis? Het was een intensieve periode, voor Jenson, zijn ouders en voor ons”.

Jenson krijgt een eigen lokaal, een vaste begeleider en een dagprogramma dat structuur, rust en regelmaat biedt. Drukke of spannende situaties worden vermeden en er wordt goed gekeken naar wat Jenson aankan. In overleg met zijn ouders wordt dagelijks bepaald of er een stapje vooruit of terug wordt gezet. Moeder Emy: “We stemden dagelijks met elkaar af: hoe gaat het met hem? Hoe heeft hij geslapen? Waar heeft hij last van? Ging het goed, dan kreeg hij een extra uitdaging. En in de periodes dat het niet zo goed ging, werd minder van hem gevraagd om te zorgen dat hij weer lekker in zijn vel kwam”.

Financiering bevechten

Ondanks dat de werkwijze bij Stichting TIM Jenson goed doet, blijkt de financiering een probleem. Elke drie maanden moeten de ouders zich verantwoorden bij de gemeente en verkeren zij in onzekerheid of de financiering wordt voortgezet.

“Het had al heel wat voeten in de aarde voordat Jenson bij Stichting TIM kon starten”, vertelt moeder Emy. “De gemeente bleek alleen samen te werken met ‘gecontracteerde partijen’ en we moesten enorm veel moeite doen om Stichting TIM er bij onze gemeente doorheen te krijgen. Uiteindelijk kregen we in het eerste jaar vanuit Jeugdhulp een budget voor het resterende schooljaar. Maar toen wij een nieuw budget voor het volgende schooljaar aanvroegen, bleek het beleid gewijzigd. Per kwartaal moest ik verantwoorden waarom Jenson daar zat, welke resultaten we hadden behaald en waarom hij niet naar een gecontracteerde, reguliere partij kon overstappen. Dat zijn enorm lastige jaren geweest en ik kwam bijna nergens anders aan toe dan het veilig stellen van de volgende 3 maanden, zodat mijn kind zich kon ontwikkelen. De rust in het gezin was ver te zoeken, waardoor ik moest stoppen met mijn eigen bedrijf. We hadden grote zorgen”.

De ouders krijgen steun van Stichting TIM, die hen adviseert om de zorgconsulent in te schakelen. De zorgconsulent is kritisch en dwingt partijen om de juiste focus te houden: het belang van Jenson.

Ruimte voor leren

Dat Jenson op de goede plek is bij Stichting TIM, blijkt wanneer er ruimte ontstaat om met andere kinderen te spelen. Eerst komen leerlingen van de school nog naar hem, in zijn veilige omgeving, maar langzaamaan wordt dit uitgebreid met bezoekjes aan de kleutergroep. Begeleider Silvia: “Maar op een bepaald moment wilde hij daar niet meer naartoe. Toen heb ik met hem een mindmap gemaakt met wat hij spannend vond en wat oplossingen waren. Wekelijks keken we of een bepaalde oplossing hielp of anders moest. Zo heeft hij strategieën geleerd voor het oplossen van problemen. Dat heeft hem sterk gemaakt. Er ontstond letterlijk ruimte in zijn hoofd en lijf om open te staan voor cognitieve vaardigheden”.

Jenson krijgt interesse in letters. Zowel zijn ouders als het team van Stichting TIM zien dat hij toe is aan onderwijs en willen hem graag op weg helpen. Er wordt contact gelegd met het samenwerkingsverband, maar omdat Jenson niet ingeschreven staat op een school, werkt die er niet aan mee. Omdat de Samen naar School klas in een gewone basisschool gevestigd is, vragen ze de school of ze lesmateriaal voor het verkennen van letters en cijfers mogen gebruiken. Dat mag.

In januari 2019 stapt ook het samenwerkingsverband De Meijerij in. Moeder Emy: “Na vier jaar intensieve begeleiding door Stichting TIM was het eindelijk zo ver en kwam het onderwijs naar Jenson. Een uur in de week reikte de IB-er van de reguliere school de lesstof aan de begeleiders van Stichting TIM aan, zodat zij het in een rustig tempo aan Jenson konden aanbieden. Zo werd op zijn cognitieve ontwikkeling ingespeeld en leerde hij lezen en rekenen. Door maatwerk te bieden. Dankzij deze gouden samenwerking tussen Stichting TIM, Jenaplanschool De Kring, het samenwerkingsverband en wij als ouders groeide Jenson langzaam maar zeker naar het reguliere onderwijs toe”.

Naar groep 3

Samen met de ouders overlegt Stichting TIM met de directeur van Icarus. Is er misschien een plekje voor Jenson in groep 3? Hij hoeft er nog niets te leren, alleen te leren om er te zijn. Het begint met in de pauze over het schoolplein lopen, wat Jenson doodeng vindt. Voorzichtig wordt hij uitgedaagd om dat vaker te doen en om naar de klas te gaan, er een muziekles en een schrijflesje mee te doen. Jenson krijgt een vaste plek in de klas en zijn begeleider zit vlak naast hem. In kleine stappen wordt het tot de zomer van 2019 steeds verder uitgebreid.

Leerkracht Ellen: “Samen met Stichting TIM en de ouders maakten we een goed doordacht plan en legden dat voor aan de directie. Onze directeur besprak het met het team. Hij vroeg: wat vinden jullie, valt het te proberen? Het hele team stond er positief tegenover en we maakten de keuze om ervoor te gaan: Jenson komt bij ons op school. Niet voor een jaar, maar voor de hele schoolperiode tot en met groep 8. Wij zijn gewend om ons onderwijsaanbod af te stemmen op wat het kind nodig heeft. Dat geldt niet alleen voor Jenson, maar voor alle kinderen in de klas. Onze collega’s werken op dezelfde manier. We zijn een kleine school. We kunnen elkaar goed volgen, helpen en ondersteunen. Het is niet de leerkracht die in z’n eentje de kar moet trekken, we doen het met z’n allen; van IB‘er, tot ondersteuner, ouders en leerkracht.”

Dolfijntherapie

In de zomer van 2019 gaat Jenson met zijn ouders en broer naar het Curaçao Dolphin Therapy & Research Center (CDTC) in Curaçao voor Dolfijntherapie. De ouders hopen dat de therapie Jenson helpt om zijn eigenheid en autonome houding te ontwikkelen. En dat zijn angsten verminderen. Dat lukt. Jenson wordt daar uitgedaagd en er komt een versnelling in zijn ontwikkeling op gang. Begeleider Silvia ziet op de eerste schooldag na de zomer een ander kind. Ook leerkracht Ellen en haar collega Jacky zijn verrast: “We zagen het meteen aan zijn gezicht. We zagen een open kind, veel minder bang. Wat een ontwikkeling!”
De diagnose die voor de zomer van Jenson was gesteld, blijkt niet te kloppen. Het is geen autisme. Jenson heeft achterstanden opgelopen doordat de angst hem in de weg zat. Bij Stichting TIM komt het team al snel tot de conclusie dat Jenson klaar is om de overstap naar school te maken.

Alle neuzen dezelfde kant op

Vanaf dat moment werken alle partijen samen. Ook de gemeente Vught en het samenwerkingsverband zijn het er over eens dat er stappen gezet kunnen worden. Begeleider Silvia: “We hebben de koppen bij elkaar gestoken en vanaf dat moment ging de communicatie met alle partijen goed. Tot Kerst hebben we de tijd genomen Jenson te laten wennen en vond onze overdracht aan de school plaats. Jenson kon meedoen in de klas en als dat niet lukte, kwam hij weer naar ons. De klas werd voor hem steeds vertrouwder en wij namen fysiek steeds meer afstand”.

Stap voor stap wordt deelname aan de reguliere klas uitgebouwd en in de kerstvakantie schrijven zijn ouders Jenson in op school. Sinds begin 2020 is hij fulltime in zijn klas. De begeleiding van Stichting TIM is afgerond. “Maar,” zegt leerkracht Ellen, “ze zijn wel vlak in de buurt. Als het nodig is, kunnen we een beroep op hen doen. Tijdens de wenperiode hebben we regelmatig overleg gehad. We hebben situaties voorgelegd en duidelijke adviezen gekregen. Die volgen we op, want zij kennen hem het beste”.

Jenson krijgt 2 ½ uur per week begeleiding van leerlingondersteuner Ingrid voor zijn sociaal-emotionele ontwikkeling. In spel en gesprek werkt ze met Jenson aan situaties die moeilijk voor hem zijn. Ze is ook zijn vertrouwenspersoon. “Dat ben ik als juf niet,” zegt leerkracht Ellen, “ik ben ook met andere kinderen bezig, maar zij is er speciaal voor hem. Zo vond Jenson het moeilijk om in de klas iets aan mij en mijn collega te vragen. Dan ging hij achter ons staan en tikte ons op de schouder. Dat kan lastig zijn als je met een ander kind bezig bent. Ingrid leerde hem om voor mij te staan en de vraag te stellen. Bij een ander kind is dat meteen oké als hij of zij daarop gewezen wordt, maar bij Jenson werkt dat anders. Ingrid kan daar extra aandacht aan besteden. Op afspraak of even tussendoor. Het hoeft niet allemaal strak gepland te worden, omdat wij als school en klein zijn, en met z’n allen flexibel zijn”.

Succesfactor

De succesfactor in dit verhaal van Jenson is de cirkel van betrokkenen om hem heen. Zijn ouders, leerkrachten Ellen en Jacky, leerlingondersteuner Ingrid, passend-onderwijsondersteuner Nicole vanuit het samenwerkingsverband en IB‘er Willemijn. Zij hebben periodiek overleg. Leerkracht Ellen: “Nicole kijkt heel sterk vanuit Jenson, Emy vanuit haar moederrol en wij weer vanuit de klas. Dus vanuit verschillende rollen en heel transparant. En in die cirkel is Stichting TIM ook heel lang gebleven. Ze zijn nu meer op de achtergrond, maar als het nodig is, zijn zij er ook nog steeds. Je doet het met z’n allen. Uiteindelijk willen we allemaal het beste voor Jenson”.

Spreekbeurt

Twee weken geleden hield Jenson zijn spreekbeurt. Over dolfijnen natuurlijk. Samen met zijn moeder maakte hij thuis een PowerPoint presentatie. Leerlingondersteuner Ingrid werkte met hem aan de spannende kant van het verhaal: wat betekent het in de klas, hoe voelt dat voor je en wat kun je er aan doen? Moeder Emy: “Zo hebben we dat met z’n drieën tot een succeservaring kunnen brengen. Hij is erg trots dat hij het heeft gedaan, ondanks de enorme spanning die het opriep. We hebben sinds Curaçao een dagboekje, slaapklets, waarmee we iedere avond de dag doornemen. Een van de vragen is: wat het leukste moment van de dag? Steevast antwoordt Jenson: de klas. Dag na dag na dag is dat het leukste. Dat was voor mij de belangrijkste drijfveer: Jenson, als jij vindt dat je daar past, dan ga ik daarvoor vechten. Dat is gelukt”.

(artikel gaat verder onder de foto)

Emy neemt met Jenson de dag door

Motor

De motor achter dit hele verhaal is moeder Emy. Zij ziet dat Jenson op de juiste plek zit, dat gaf hij zelf aan, en vindt dat ze daarvoor moet gaan. Ondanks druk vanuit gemeente en samenwerkingsverband om hem in het speciaal onderwijs te plaatsen. Ze wapent zich daar tegen door zich goed te verdiepen in de belangen van alle partijen. Door scherp voor ogen te houden wat zij als ouders willen en wat goed is voor Jenson. Emy: “Als je zo aan tafel zit, maakt het je sterk. Het maakt je niet geliefd, want ik ben best een lastige ouder. Ik vertel puur feitelijk hoe de situatie in elkaar zit en wat ik als ouder denk dat het beste is voor mijn kind. Ik vind dat ik moet weten waarover ik praat. Hoe de situatie is van mijn partner aan de andere kant van de tafel, die het mij moeilijk kan maken. Zodat ik hem begrijp en met punten kan komen waarin we toch een gezamenlijke winst kunnen behalen. En die gezamenlijke winst was in ons geval dat het samenwerkingsverband naar passend onderwijs streeft. Dat kinderen met een zorgvraag toch een plaats kunnen krijgen in het reguliere onderwijs en niet in het dure systeem van speciale scholen.

“Dit was wel een kostbaar traject en dat is waar gemeenten natuurlijk tegenaan hikken. Maar wat is nou duurder, toewerken naar een reguliere setting met mijn kind, of dat hij zijn hele schoolcarrière doorbrengt in het speciaal onderwijs?”

Met z’n allen voor Jenson
29/05/2020
Joke Visser