Met Samen naar School geven wij alle kinderen een passende omgeving om te leren

Nieuws
Astrid Ottenheym, directeur-bestuurder van PPO Noord Kennemerland

Het samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland heeft drie Samen naar School klassen. Astrid Ottenheym, directeur-bestuurder, is een groot voorstander: “Het moet normaal zijn dat iedereen in zijn eigen buurt naar school kan. Want school is de plaats waar je kunt oefenen voor de samenleving.” Astrid vertelt wat zij doet om de Samen naar School klassen tot succes te brengen. En wat er nodig is om dit succes nog groter te maken.

Wat is volgens jou het belang van Samen naar School klassen?

 “We hebben nu 3 Samen naar School klassen binnen ons samenwerkingsverband: Klas op Wielen in Alkmaar, Stichting KanZ in Heerhugowaard en de Samen naar School klas van de Adriaan Roland Holstschool in Bergen. Landelijk komen er steeds meer bij. Ik vind dat een zeer positieve ontwikkeling. Dat een kind dichtbij, in eigen dorp of buurt naar school kan gaan, dat is van waarde, want dan doe je mee in de gemeenschap. Het is belangrijk om niet geïsoleerd op te groeien, dat werkt vervreemdend. Want dat dreigt natuurlijk voor een kind met een beperking. Het gezin raakt geïsoleerd en het sociale netwerk wordt kleiner.

We zijn sociale mensen en leren van onze interacties. Veel contacten ontstaan op een school met kinderen en ouders uit de buurt. De school is de plaats waar je kunt oefenen; het is de samenleving in het klein. Door de aanwezigheid van kinderen met ernstige beperkingen in een gewone school worden verschillen zichtbaar en leren kinderen hoe je ermee om kunt gaan. Als je dat van jongs af aan leert, is dat verrijkend. Kinderen worden er socialer van en gaan gewoon met elkaar om. Ze helpen wel, maar meer vanuit gelijkwaardigheid. Zo creëer je een mindset om inclusief te denken.

Ook zie ik dat door de Samen naar School klas kinderen met een handicap meer leren. Ze kunnen zich spiegelen doordat ze met leeftijdgenoten omgaan. Hun taalschat wordt rijker. Er zijn ook kinderen van de school die graag naar de Samen naar School klas gaan om even tot rust te komen in het andere ritme. Er bijvoorbeeld gaan voorlezen, terwijl ze dat in hun eigen klas minder graag doen.”

Wat is de meerwaarde van de Samen naar School klas voor het samenwerkingsverband?

“Samen naar School is een flexibel concept op de route naar inclusief onderwijs. Het helpt ons om Samen Leren Leven mogelijk te maken en uit te vinden hoe we ons als samenwerkingsverband verder gaan ontwikkelen. We moeten niet allemaal dezelfde type Samen naar School klassen gaan oprichten, daar zit wel mijn puzzel. Je kunt beter differentiëren. Samen naar School lijkt nu vooral gericht op kinderen met meervoudige beperkingen, maar je kunt ‘beperking’ ruimer zien. We moeten differentiëren naar type kinderen en naar de ondersteuningsvragen die zij hebben.”

En wat is de meerwaarde voor jou persoonlijk, als bestuurder van het samenwerkingsverband?

“We moeten toe naar een samenleving waar iedereen erbij hoort. Waar iedereen ertoe doet op zijn manier. Dat is mijn drive. Niet buitensluiten, niet zomaar zeggen dat het allemaal onmogelijk is en je daarbij verschuilen achter regels en wetgeving. Ik ken deze kinderen en wil ze kansen bieden. Ik daag de wetgever uit om dat samen mogelijk te maken.”

Elke school een eigen Samen naar School klas?

“Voor kinderen, zeker in de basisschoolleeftijd, is het normaal dat je in je buurt naar school gaat. Kunnen we dat niet realiseren, dan is een Samen naar School klas hartstikke zinvol. Dankzij het Samen naar School concept hoeven kinderen niet naar een locatie ver weg van hun natuurlijke omgeving. Dat past binnen de ontwikkeling richting inclusief onderwijs.

Ik weet dat het speciaal onderwijs erg begaan is met deze kinderen en het goede wil. Maar soms heb je een andere leefomgeving nodig zodat deze kinderen zichzelf kunnen ontdekken en zich kunnen uiten. Die kans mogen we ze niet ontnemen. Daarom vind ik een Samen naar School klas een goede vorm. Met steun van het speciaal onderwijs, die expertise inbrengt in de reguliere school. Het is belangrijk dat de kwaliteit gewaarborgd is.

Ik ben heel blij dat de Samen naar School klassen in Bergen en Heerhugowaard veel contact hebben met de rest van de school. Dat het één gemeenschap is. Je hebt weliswaar een eigen stamgroep of een vaste klas, maar het kind sluit ook aan bij de klas met leeftijdgenoten. Binnen de mogelijkheden van het kind natuurlijk, en van de school.

De verbinding met de school kan nog verder worden doorontwikkeld. Klas op Wielen zit in een reguliere school, maar de binding met de reguliere school kan intensiever. Dat komt ook doordat de kinderen een vrijstelling onder 5a hebben. Als we het hebben over leerrecht, dan zou ik het liefste willen dat elk kind ingeschreven kan worden op de reguliere school. En dat de wetgeving niet belemmerend is in wat we te doen hebben.”

Kun je je voorstellen dat er ouders zijn die hun kind liever niet inschrijven op de reguliere school? Ouders hebben bijvoorbeeld een budget vanuit de wlz en willen dat niet kwijtraken.

“Ik snap die redenering. Het is voor ouders al ingewikkeld genoeg. Het vraagt veel om het zo te regelen dat je niet met je gezin in de knel komt. Je wilt niet het risico lopen dat je een deel van het budget van thuis moet inleveren, zodat je kind naar school kan. En ouders denken misschien: mijn kind is zo gehandicapt, wat zal dat opleveren? Tja, dat weet je niet. Je ziet een beperkt kind dat bijna niet kan communiceren. Maar er zijn voorbeelden van kinderen waarvan ouders en ook leerkrachten niet hadden gedacht dat het kind zich zo kon ontwikkelen. En nu zijn het zelfstandige volwassenen.

Door de verkokering van de wet- en regelgeving is het nu zo dat wanneer een kind op school is, het kind alleen onder onderwijs valt. Zorg kan wel, maar beperkt en met vele barriëres .Wanneer een kind in zorg is, dan krijgt het alleen zorg en is het inbrengen van onderwijs een lastige. Maar ik vind het belangrijk dat wanneer een kind zorg krijgt, het lijntje met onderwijs in tact blijft. Dat een kind in een zorginstelling weet dat er nog een ander, normaal leven is waar het naar school gaat en onderwijs volgt. Als we vergeten die lijn in tact te laten en die tijdsperiode te lang laten duren, wordt die wereld voor het kind steeds onzichtbaarder. En op zeker moment weet het kind niet meer van het bestaan. Daarom is het belangrijk om aan het kind te laten zien dat er ook nog een wereld is waarin je naar school gaat en ervaart dat het leuk is om te leren. Zo creëren we een samenleving waarin we niet excluderend, maar includerend werken. Waarin we kinderen kansen bieden, zodat ze later hun eigen leven kunnen inrichten op een manier die bij hen past.

Ook kinderen die continu 1 op 1 begeleiding nodig hebben, moeten de mogelijkheid hebben om naar school te gaan, mét een zorgbudget. We hebben dat onderzocht bij een leerling van de Klas op Wielen. We wilden dat ze ingeschreven kon worden op school en daar onderwijs zou volgen. En dat ze tegelijkertijd de zorg kreeg die ze nodig heeft. De strakke scheiding tussen onderwijs en zorg die indicatiestellers trekken, verhinderde dat. Daar hebben we landelijk hulp bij nodig. Daarom vind ik het belangrijk om samen met het Gehandicapte Kind die ontdekkingsreis aan te gaan. Niet alleen voor de Samen naar School klassen, maar ook voor kinderen die bijvoorbeeld naar een zorgboerderij gaan en opeens geen onderwijs meer krijgen. Dat is niet goed. Je hebt onderwijs nodig om jezelf te kunnen ontwikkelen en om mee te kunnen doen in de samenleving. Dat kunnen we alleen samen realiseren.”

Dit jaar is een motie van Lisa Westerveld (GL) en Peter Kwint (SP) aangenomen. De motie roept op om Samen naar School klassen te erkennen als onderwijs, met de financiering die daar bij hoort. Dat is wat veel Samen naar School klassen al hebben geprobeerd te realiseren, maar ze lopen aan tegen samenwerkingsverbanden en gemeenten die daaraan niet willen meewerken.

 “Ik vind als samenwerkingsverband dat de Samen naar School klassen erkend moeten worden in de wetgeving, zodat we het leerrecht van deze kinderen kunnen verzilveren. Ik wil dat het kind ingeschreven kan worden op de school waarvan de Samen naar School klas onderdeel uitmaakt. Dat in de klas onderwijs wordt gegeven onder verantwoordelijkheid van de school, gevoed door de kwaliteit van het speciaal onderwijs. De Samen naar School klas moet de financiering krijgen om dit mogelijk te maken. Daarvoor voorzien wij in de middelen. Dat is wat we ook met de KanZ klas en de Adriaan Roland Holstschool in Bergen doen. Ik wil er ook naartoe werken met de Klas op Wielen. Dat is onze ambitie.“

Is dat binnen de huidige wet- en regelgeving wel mogelijk?

“Het is beperkt mogelijk. Ik kan wel zorgen voor het onderwijs, maar ik kan het alleen maar goed regelen als de zorg geborgd is. In de Klas op Wielen zitten kinderen die zo’n intensieve begeleiding nodig hebben, dat door de inschrijving op een reguliere school de zorg thuis in de problemen komt. De 1–op-1-begeleiding in de Klas op Wielen loopt het risico te worden ingetrokken wanneer ik ze zou inschrijven op de school en financiën voor onderwijs ga bieden. Indicatiestellers concluderen soms dat minder zorg nodig zou zijn omdat het kind naar school kan. Wij kunnen deze ambitie dus niet alleen verwezenlijken.

Een belangrijke voorwaarde voor het slagen van deze constructie is dat de gemeente en het zorgkantoor hun rol nemen en de zorg financieren. Het moet een gedeelde verantwoordelijkheid zijn. Daarom is het belangrijk dat de Ministeries OCW en VWS dat mogelijk maken in wetgeving. Dat ze er ruimte voor bieden en zeggen tegen gemeente en samenwerkingsverband: jullie zijn de uitvoerders van deze opdracht, dus ga het samen goed regelen. Wij leveren graag een bijdrage als daarvoor input nodig is, want wij hebben tenslotte ervaring. We doen het omdat we het belangrijk vinden. Er zijn maar heel weinig samenwerkingsverbanden met Samen naar School klassen waar de kinderen ingeschreven staan in de reguliere school. Dat zijn alleen wij, het samenwerkingsverband Leiden e.o. en het samenwerkingsverband RiBA.”

Hoe heeft het samenwerkingsverband de Samen naar School klassen in Noord Kennemerland geholpen?

“Wanneer je goed van start wilt gaan met een klas maak je kosten. Want ook als je nog niet meteen voldoende leerlingen hebt, moet je een leerkracht aannemen. Wij hebben geholpen door transparant en verantwoord zorg te dragen voor de financiën.We hebben een maatschappelijke businesscase gemaakt met een inschatting van de kosten. Dat hebben we vertaald naar het aantal kinderen.

Probleem is wel dat een so school een hogere basisvergoeding van DUO krijgt dan een reguliere school. Dat scheelt minimaal zo’n 500 euro per leerling per jaar. De werkelijke hoogte van dit bedrag verschilt van school tot school. Dus OCW is met een Samen naar School klas goedkoper uit dan wanneer het kind ingeschreven zou staan in het so. Dat is goed om te weten. Dit bedrag kan het samenwerkingsverband niet aanvullen, dat zit niet in de lumpsum. Dus een Samen naar School klas moet het met minder geld per jaar doen dan een so school.”

Zijn er minder verwijzingen naar het speciaal onderwijs door de Samen naar School klassen?

“Dat kan ik nog niet zien, er is nog geen vergelijking. De toename in verwijzing naar so zit, ook bij ons, voornamelijk op extranaliserend gedrag en door vroegsignalering. We moeten leren om met andere ogen naar kinderen te kijken Ons de vraag stellen hoe we de omgeving van de kinderen dusdanig kunnen aanpassen dat verwijzen niet meer de enige oplossing is om een passende plek te creëren. Dat vraagt, ook van de politiek, een andere manier van praten. We hebben nu de term ‘handelingsverlegenheid’ en de term ‘passende plek’. Deze twee zijn met elkaar verbonden: ‘het lukt niet, de ontwikkeling stagneert, ik weet niet wat ik moet doen, ik ben handelingsverlegen en dus moeten we op zoek naar een passende plek buiten onze school’. Maar deze woorden passen niet bij de koers die wij hebben uitgezet richting inclusie.”

Hoe kun je de plek passend maken voor een kind?

“Door het Samen naar School concept te benutten én door de andere manier van kijken. Een school kan ook zelf een Samen naar School klas starten, hoeft dit niet over te laten aan een aparte stichting. Het gaat om het antwoord op de vraag: hoe kunnen wij voor deze kinderen, en voor alle kinderen uit onze school, zorgen dat dit een passende omgeving is om te leren? In de toekomst hebben we het misschien helemaal niet meer over Samen naar School, zijn alle scholen ‘Samen naar School-scholen’. Het gaat erom: wat is nu nodig om een ontwikkeling naar meer inclusie te initiëren.”

Wat hebben samenwerkingsverbanden nodig om Samen naar School klassen mogelijk te maken?

“De samenwerking in de regio. We moeten het samen doen met scholen, schoolbesturen, zorginstellingen en gemeentes. Dat gemeentes ook de opdracht hebben om dit met het samenwerkingsverband op te pakken. Het is niet alleen onderwijs, het is onderwijszorg. Daar zit geen strakke scheiding in, dat moeten we samen oppakken. En we hebben steun nodig om die puzzels op te lossen. Van Met Andere Ogen, de Samen naar School klassen, het Gehandicapte Kind, de Inclusieversneller, dat zijn allemaal partijen waarmee we die beweging kunnen realiseren. De wetgever en ook de politiek moeten de dragers worden om de beweging naar meer inclusie in de goede richting te sturen. Elk kind is welkom en doet mee, thuisnabij.

En dan is er nog het financiële aspect. De lumpsum voor het samenwerkingsverband is berekend op de kinderen die bekend waren. Daar zaten geen thuiszitters bij die uitgeschreven waren uit het onderwijs en geen kinderen met een vrijstelling onder 5a. Als deze kinderen ingeschreven worden op scholen, dan kun je de lumpsum niet zo handhaven. Wij zijn een samenwerkingsverband met een negatieve verevening. We moeten echt heel zuinig zijn, anders kan het weleens mis gaan. Dat kun je zien op de meerjarenbegroting die op onze website staat. Daar moet het Ministerie echt over na gaan denken. Het zou mooi zijn als de Kamerleden Westerveld en Kwint zich daar ook sterk voor zouden maken.”

Hebben de Samen naar School klassen ook consequenties voor de huisvesting?

“Ja, je moet anders over een schoolgebouw gaan nadenken als je er inclusief wilt werken. Je kunt niet meer op de standaard manier kijken naar vierkante meters, met alleen een aangepast toilet. Misschien heb je ook rustruimtes nodig, en een verzorgingsruimte. Gelukkig betrekt de gemeente Alkmaar ons bij de gesprekken daarover. Het zou fijn zijn als de wetgever daar ook wat ruimer over gaat denken.”

Welk advies geef je aan een samenwerkingsverband als er een initiatiefnemer voor een Samen naar School klas bij hen aanklopt?

“Ga samen op expeditie en kijk hoe je dit mogelijk kunt maken. Kijk goed naar wat de initiatiefnemer wil en trek samen op, samen met een school. Leg het wel goed vast in een maatschappelijke business-case, zoals wij dat ook hebben gedaan. Ik ben altijd bereid om die te delen. Want we kunnen elkaar versterken door van elkaar te leren. Hoe meer ervaringen er komen, hoe beter we met elkaar de volgende stap kunnen zetten richting inclusie.”

Met Samen naar School geven wij alle kinderen een passende omgeving om te leren
03/07/2020
Joke Visser