Op 15 maart 2020 werd bevestigd wat ouders al vreesden: de scholen gaan dicht. En dat betekende dat ook de Samen naar School klassen, gevestigd in de reguliere scholen, moesten sluiten. Een regelrechte ramp voor ouders met een zorgintensief kind. Maar de Samen naar School klassen lieten de ouders niet in de steek en kwamen met een alternatief. We spraken drie ouders en twee ouderparen over wat de Samen naar School klas tijdens de Corona-crisis voor hen heeft betekend.
Met wie hebben we gesproken?
Annelies, moeder van Juul.
Juul (8) heeft een gen-afwijking dat zich uit in een verstandelijke beperking en autistische kenmerken. Ze heeft een ontwikkelingsachterstand en is snel overprikkeld. Juul gaat naar de Samen naar School klas van Stichting TIM Schijndel in Educatief Basiscentrum Icarus.
Caroline en Maikel, ouders van Nicolas.
Nicolas (8) heeft een desintegratie-stoornis die binnen het Autistisch spectrum valt. Nicolas gaat naar de Samen naar School klas van Stichting Liz in Sterrenschool Eigenwijs in Middelaar.
Irma, moeder van Noud.
Noud (6) heeft tubereuze sclerose. Dat houdt in dat hij verklevingen rond zijn hart en in zijn hoofd heeft, waardoor deze niet goed ontwikkeld zijn. Noud gaat naar de Samen naar School klas van Stichting Lotta in het Jenaplan Kindcentrum in Boxmeer.
Gesina, moeder van Lea.
Lea (10) heeft het Joubert syndroom. Dat is een aandoening in de kleine hersenen, waardoor ze niet kan praten en lopen. Maar dat is ze wel aan het leren in de Samen naar School klas van De Troubadour (van Esdégé-Reigersdaal) in Basisschool De Fontein in Den Helder.
Hans en Evelien, ouders van Klaas-Jan.
Klaas-Jan (7) heeft een chromosoom-afwijking, waardoor hij autisme, epilepsie en een ontwikkelingsachterstand heeft. Klaas-Jan gaat naar de Samen naar School klas van de Merel Foundation in Basisschool De Vink in Voorschoten.
Gevolgen van de Corona-crisis voor de ouders
De gevolgen van de Corona-crisis waren groot voor ouders, blijkt uit de gesprekken. De 24-uurszorg kwam volledig op hun bordje. Pgb-ers die ook in zorginstellingen werkten, kwamen niet meer bij de gezinnen thuis om hen niet in gevaar te brengen. Er was grote onzekerheid over de risico’s voor de kwetsbare kinderen en hoe de ouders de zorg en het onderwijs voor hun kinderen thuis konden organiseren. Annelies, moeder van Juul: “Wij zijn allebei werkzaam in een vitaal beroep. Eerst dachten we: de klas gaat sluiten, ojee en nu? Op dat moment wisten we niet hoelang het ging duren. En of we het konden volhouden met ons meisje dat heel veel aandacht nodig heeft.” Hans, vader van Klaas-Jan sluit daarbij aan: “Ja, ook wij hielden ons hart vast. Het is echt heel hard werken als we Klaas-Jan thuis hebben. We kunnen niet even een video of film aanzetten of hem overdragen aan oma of opa, of een oppas. We moeten hem gedurende de hele dag begeleiden, hem overal op voorbereiden. Daarvoor hebben we in de woonkamer een planbord dat we stap voor stap met hem doornemen om te voorkomen dat hij wordt verrast.”
Gevolgen van de crisis voor de kinderen
Ook al maken de kinderen de crisis niet bewust mee, de sluiting van de Samen naar School klassen heeft wel degelijk consequenties voor hen. Ouders maken zich zorgen over de ontwikkeling van hun kind en de gevolgen van de verstoring van hun dagritme. Evelien, moeder van Klaas-Jan: “Als hij voor langere tijd niet naar school kan gaan, komt zijn ontwikkeling stil te staan”. Annelies, moeder van Juul: “We hebben een meisje dat heel moeilijk in contact kan komen met anderen omdat ze zich snel onveilig voelt. Dus voor ons was de zorg: kunnen we continuïteit bieden aan onze dochter. Dat is voor haar heel belangrijk”.
Toch zijn er niet alleen negatieve gevolgen voor de kinderen. Gesina, moeder van Lea: “Ze werd uit haar ritme gehaald, maar aan de andere kant gaf het haar ook wel weer rust. Ze hoefde niet vroeg uit bed; we konden de dag rustig opstarten”.
De ondersteuning door de Samen naar School klassen
Meteen nadat het kabinet op 15 maart aankondigde dat de scholen met onmiddellijke ingang dicht gingen, werd door de Samen naar School klassen ondersteuning aangeboden. Sommige klassen hadden dat niet afgewacht en kwamen al eerder met hulp thuis, bijvoorbeeld aan ouders die hun kwetsbare kinderen thuishielden uit angst voor besmetting. Naast ondersteuning thuis werd begeleiding op de schoollocatie aangeboden. Elk kind kreeg zoveel mogelijk één vaste begeleider.
Thuis
Bij Nicolas, Noud en Lea kwam de begeleider thuis en daar werd hun schoolprogramma voortgezet. Het aantal dagdelen werd aangepast en afgestemd op de vraag van ouders, zodat ze naar hun werk konden of thuis konden werken. Caroline en Maikel: “Normaal gaat Nicolas 5 dagen per week naar school, nu bood Stichting Liz aan om 4 dagen bij ons thuis te komen en 1 op 1 met Nicolas te werken. Deze andere werkwijze was voor iedereen even wennen, maar na 2 weken liep dat goed”.
Ook Stichting Lotta kwam bij de gezinnen thuis. Irma: “In het begin wisselden de juffen, maar dat werd al snel omgezet naar elke dag dezelfde juf. We bekeken per week wat ik nodig had. In het begin kwam ze 2 dagen, maar wij wilden graag 3 dagen en dat heeft Stichting Lotta kunnen regelen. De juf was 7 ½ uur per dag inzetbaar tussen 7.00 en 19.00. Ik werk in de zorg in onregelmatige diensten, dus het is ook weleens voorgekomen dat ze hier om 7.00 was en Noud heeft gewassen, aangekleed en zijn ontbijtje heeft verzorgd. De rest van de dag kreeg hij het ontwikkelingsgerichte programma dat hij op school ook volgt”.
Op de schoollocatie
Klaas-Jan en Juul konden op de schoollocatie terecht. Hans en Evelien: “Op de dag dat de sluiting van de scholen werd afgekondigd, kregen we een plan van de Merel Foundation. De mentor belde ons nog diezelfde zondagavond en vertelde dat Klaas-Jan de volgende dag gewoon naar de Samen naar School klas mocht komen. De klas van zes kinderen werd verdeeld in kinderen die thuis en kinderen die op school werden begeleid. De laatsten werden verdeeld over meerdere lokalen. Basisschool De Vink in Voorschoten was dicht voor de schoolkinderen, dus er was voldoende ruimte. Zo werd een eventuele besmettingskans verkleind. Voor Klaas-Jan betekende het dat hij individuele begeleiding kreeg in een apart lokaal. Samen met zijn juf had hij de helft van het lokaal. De andere helft was voor een andere juf met een kind”.
Bij Stichting TIM was Juul het enige kindje waarvan beide ouders in de vitale sector werkzaam zijn. Annelies: “In de school hebben ze Juul de hele week op kunnen vangen; zelfs nog meer dan wat ze normaal doen. Juul kreeg het vaste programma, inclusief het rondje fietsen en bezoek aan het park, die dingen konden gewoon doorgaan. Qua structuur veranderde er niet veel voor Juul, behalve dat ze zelfs vaker naar de Samen naar School klas mocht en een vaste begeleider had. Dat was heel fijn”.
De meerwaarde voor het gezin
De begeleiding van de kinderen thuis en op school heeft ouders geholpen om de Corona-crisis door te komen. Ze stonden er niet alleen voor. Gesina: “Lea vraagt heel veel aandacht. Zonder de hulp van de Samen naar School klas was ik 24/7 aan huis gekluisterd geweest, had ik andere mensen moeten vragen om boodschappen voor ons te doen of oppas moeten zoeken. Dat de begeleider drie ochtenden bij ons thuis kwam om met Lea te werken, hielp ons enorm”. Die ervaring hebben Irma, Caroline en Maikel ook. Caroline: “Je hoorde wel van andere kinderen met een beperking dat de dagbesteding stopte en er veel druk bij ouders kwam te liggen. Bij ons kwam er ook wel meer druk, maar doordat de begeleiders van Stichting Liz 3-4 dagen per week bij ons thuiskwamen om met Nicolas te werken, konden wij beiden werken en stond ons leven niet volledig stil. Dat was goud waard”.
Dankzij de hulp van de Samen naar School klassen konden ouders het volhouden. Annelies: “We hebben ons werk kunnen doen, maar daarnaast hadden we die ondersteuning van Stichting TIM nodig om zélf overeind te blijven. Ik moest voor mijn werk beschikbaar zijn, maar wist op voorhand niet wanneer ik werd ingezet. Doordat ik niet altijd aan het werk was als Juul op school zat, konden we thuis zelf eventjes op adem komen. Door aandacht aan onszelf te geven konden we thuis ook weer goed voor ons kind zorgen. Dat is heel belangrijk”. Dat kan Gesina beamen: “Ik ben alleenstaande moeder. De Troubadour kent onze thuissituatie en denkt goed mee. Zij hadden aangeboden om het aantal uren uit te breiden als ik meer tijd voor mezelf nodig had. Die optie was er, maar ik heb er geen gebruik van hoeven maken. Dit was voor ons precies de juiste balans”.
De meerwaarde voor de ontwikkeling van het kind
Doordat thuis of op de schoollocatie het maatwerk-programma van de kinderen doorging, behield de week een zeker ritme en stagneerde hun ontwikkeling niet. Bij Nicolas viel een deel van zijn structuur weg, wat onwennig voor hem was, maar tegelijkertijd ontstond er ook meer rust. Maikel en Caroline: “Nicolas houdt erg van bewegen en als de begeleider kwam, gingen ze eerst een uurtje fietsen. Die buitenactiviteiten vond hij echt fantastisch. Daarna volgden allerlei andere activiteiten en werkjes. Er was geen drukte om hem heen, hij had minder last van geluid. Door de rust en de één op één aandacht kon hij geconcentreerder met een werkje bezig zijn. Hierdoor kon hij zich blijven ontwikkelen”.
Ook Gesina en haar dochter Lea hadden baat bij het ritme en de voortzetting van het schoolprogramma. De komst van de begeleider bij hun thuis was een welkome afleiding tijdens de quarantaine. Gesina: “Lea heeft een hele goede klik met de begeleider. En als die niet kon komen, viel er een vaste collega in. Er was altijd iemand. Daardoor ging het leren door, maar ook de oefeningen van de fysio, zoals het staan en het oefenen van het prikken. Lea heeft nierfalen en moet elke 3 maanden geprikt worden in het ziekenhuis. Als dat niet dagelijks met Lea wordt geoefend, laat zij het niet toe. Dankzij de individuele begeleiding thuis is Lea fysiek niet achteruit gegaan”.
Annelies is blij dat Stichting TIM Juul vijf dagen in de week heeft kunnen opvangen en dat ze hetzelfde dagprogramma aangeboden kreeg, waardoor er continuïteit was. Annelies: “Dat het zo snel is opgepakt was echt een godsgeschenk. Juul was het enige kind op de schoollocatie en had een vaste begeleider. Ze kon er de hele week terecht, terwijl ze normaal 3 dagen naar de Samen naar School klas gaat. Een verruiming van 2 dagen! Door die balans heeft Juul zich verder ontwikkeld”.
Een aantal kinderen maakt zelfs een sprong in hun ontwikkeling, zoals Klaas-Jan en Noud. Hans en Evelien: “Voor Klaas-Jan is regelmaat en ritme erg belangrijk en dat bleef intact omdat hij elke dag naar school ging. Hij kreeg individuele begeleiding van zijn voormalig trainer waarmee hij een sterke band heeft opgebouwd. In die zes weken is zijn woordenschat groter geworden en kan hij woorden duidelijker uitspreken. Klaas-Jan is vorig jaar getest op actief en passief taalgebruik en toen zat hij op een leeftijd van twee jaar en drie maanden. Dat is vrij laag, want hij is net zeven geworden. Wij merken het verschil nu hij zes weken lang intensief begeleid is. Hij maakte eerst zinnen van drie woorden en dat is nu uitgebreid naar vijf. Ook is hij lidwoorden gaan gebruiken. Ook de actieve letterkennis voor het schrijven en lezen is toegenomen. In het begin van het schooljaar kon hij dat nog niet, maar nu begint dat echt te komen. We merken dat hij minder last heeft van frustratie nu zijn woordenschat is toegenomen”.
Ook Noud ging goed vooruit tijdens de Corona-crisis. Doordat het programma van Stichting Lotta thuis werd aangeboden bleef Noud geactiveerd. Irma: “Ik heb toevallig vorige week een gesprek op school gehad. De juf, de fysio en de ergo vinden dat hij goed vooruit is gegaan. Zijn woordenschat is groter geworden en hij maakt steeds meer en andere klanken. Hij begint steeds meer echte woorden te vormen, zoals ‘uit’ en ‘op’. Hij lijkt alles beter en sneller te begrijpen. We weten niet zeker of het aan deze bijzondere periode te wijten is, maar we vermoeden het wel”.
(Weer) naar school
Hoe was het voor de kinderen om na de lockdown weer naar school te gaan? Die omschakeling viel de ouders reuze mee. De individuele begeleiding was heel prettig geweest en had ook zijn vruchten afgeworpen. Maar de kinderen waren ook blij om hun klasgenootjes en juffen en meesters weer te zien, ook al was de klas vaak niet compleet omdat sommige ouders het nog niet aandurfden. De contacten met de kinderen van de basisschool en de lessen in de klassen werden tot na de zomervakantie opgeschort.
Irma zag er tegenop dat Noud weer naar school zou gaan omdat hij thuis zoveel exclusieve aandacht van de juf had gekregen. Zou hij die aandacht weer met de andere kinderen kunnen delen? Irma: “Naast de ontwikkelingsgerichte zaken deed ze ook andere dingen met hem, zoals fietsen met de rolstoelfiets en wandelen. Daar genoot hij enorm van. Maar ik had me geen zorgen hoeven maken. Vanaf de eerste dag heeft Noud het goed opgepakt. Hij was rustig en deed alles goed mee. Wel moest hij eraan wennen dat de ingang aan de andere kant van de school is en hij alleen naar binnen moet omdat wij hem niet naar zijn klas mogen brengen”.
Juul moest eraan wennen dat er weer meer kinderen op school waren. Ze was al die weken immers in haar eentje geweest en toen was het op school heel rustig. Annelies: “Toen de scholen weer open mochten, moest Juul weer wennen aan de geluiden van de kinderen. Ook moest ze wat privileges inleveren, maar één op één begeleiding heeft Juul altijd gehad bij Stichting TIM. Ik vind dat ze die overgang prima heeft gedaan”.
Ook Lea moest ze even omschakelen. In het begin was ze samen met een ander meisje, die ook dezelfde begeleider had gehad. Gesina: “In het begin hielden ze het kringetje klein omdat je nog niet weet wat er gaat gebeuren door het virus. Daarover was met ons overlegd. Er kwamen ook geen anderen in de klas, ze waren met z’n drietjes. Toen de maatregelen versoepelden werd goed nagedacht en werden ouders gevraagd naar hun wensen. De communicatie was perfect. Er Ik ben zo blij met deze klas. Lea hoort erbij, ze ziet wat andere kinderen van de basisschool doen en doet met hen mee. Sinds Lea naar de Samen naar School klas gaat, is ze enorm vooruit gegaan. Ze begrijpt ons inmiddels prima, alleen haar lichamelijke beperkingen houden het spreken tegen. Elke dag gaat ze met veel plezier naar school, ze lacht en is vrolijk. En zo komt ze ook weer thuis”.
Klaas-Jan kon een naadloze overgang maken doordat hij naar school kon blijven gaan. Hij vond het leuk om de andere kinderen weer te zien. Hans en Evelien: “Ze hebben het ook nódig om elkaar te zien; ze trekken zich aan elkaar op. Voor deze kinderen is spiegelen belangrijk. We zijn de Merel Foundation dankbaar dat we daar een plekje hebben mogen vinden. We hebben driekwart jaar op een wachtlijst gestaan, maar nu hij in de Samen naar School klas zit, heeft hij zulke grote sprongen gemaakt. Het voelt voor ons ouders meer normaal. We brengen hem niet naar een apart schooltje, maar daadwerkelijk naar een school met andere kinderen. Dat is fantastisch”.
Nicolas had de juffen en meester gemist, dat zagen zijn ouders aan hoe hij contact met hen zocht op de eerste dag. Caroline en Maikel: “Hij ging dicht bij hen staan en raakte ze aan. Dat is zijn manier van hallo zeggen en daaraan merken we dat hij het heel leuk vindt op school. Hij vindt het sowieso leuk dat hij in een normale schoolomgeving zit. Hij is gek op andere kinderen. Het is voor kinderen als Nicolas belangrijk dat hij in een normale omgeving zit. Dat hij niet weggestopt zit, weg van de normale wereld. Het is heel goed dat kinderen met en zonder beperking met elkaar in contact komen. Kinderen zonder handicap zien dat niet iedereen is zoals zij, dat er ook kinderen zijn die anders zijn. En dat ieder kind een uniek en mooi persoon is. Kinderen met een beperking doen mee en worden door kinderen zonder beperking meegetrokken. Dat is voor ons de meerwaarde van de Samen naar School klassen”.